Bouwsector wil blootstelling aan dieselmotoremissie terugdringen

Werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid hebben afspraken gemaakt om de blootstelling aan dieselmotoremissie (DME) op de bouwplaats zo veel als mogelijk terug te dringen. Op die manier moet de kans op ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid kleiner worden en de kwaliteit van het werk verbeteren.

Dieselmotoremissie is het gevolg van een niet homogeen verbrandingsproces van dieselbrandstof in een dieselmotor. DME kan onder andere leiden tot oogirritatie, hart- en vaataandoeningen en luchtwegklachten en ontstekingsreacties. Daarnaast is er een verhoogde kans op long- en blaaskanker.

Nederland heeft nog geen wettelijke grenswaarde voor DME. De Europese Commissie werkt momenteel aan een Europese grenswaarde. Werkgevers- en werknemersorganisaties in de bouwsector hebben vooruitlopend op de nieuwe grenswaarden afspraken gemaakt om de blootstelling aan DME zoveel als mogelijk te reduceren. Deze afspraken zijn vastgelegd in een zogenaamd A-blad.

‘Bewust worden van de problematiek van dieselmotoremissie’

Volgens René van der Steen, voorzitter van werknemersorganisatie Het Zwarte Corps, moeten we niet direct wonderen verwachten van de richtlijnen die zijn opgenomen in het A-blad. ‘Het draagt in deze fase vooral bij aan bewustwording van de problematiek. Emissies zijn schadelijk voor de gezondheid. De afspraken zoals vastgelegd in het A-blad vormen een eerste aanzet tot het nemen van treffende maatregelen. We maken het onderwerp hiermee bespreekbaar.’

Volgens de gemaakte afspraken moeten met de hoogste prioriteit maatregelen genomen worden als het verbodsniveau voor elementair carbon en/of de wettelijke grenswaarden voor stikstofdioxide (zie kader) wordt overtreden. In overige situaties dienen bedrijven een plan van aanpak op te stellen en uit te voeren om de blootstelling aan DME te reduceren.

Overschrijding van de DME-normen

Om blootstelling aan DME te reduceren tot een zo laag mogelijk niveau moet het probleem bij de bron worden aangepakt. Voorbeelden zijn het gebruik van een andere krachtbron of het aanpassen van de motor. Ook kan gedacht worden aan het vergroten van de afstand tot de bron. Indien deze maatregelen technisch niet uitvoerbaar zijn, moet een werknemer beschermd worden door individuele maatregelen zoals persoonlijke beschermingsmiddelen.

Om een indicatie te krijgen van mogelijke blootstellingen bij bouwwerkzaamheden zijn er op diverse bouwplaatsen metingen uitgevoerd naar blootstelling aan DME. Het blijkt dat de streefwaarde van 0,16 µg EC/m3 lucht in veel gevallen niet wordt gehaald. Bij diverse bouwwerkzaamheden blijkt zelfs het verbodsniveau van 50 µg elementair koolstof (EC) per m3 te worden overschreden.

Concentratie DME in de lucht

De concentratie DME in de lucht kan zowel als elementair carbon (EC) als stikstofoxiden worden gemeten. Voor EC geldt een verbodsniveau van 50 µg per m3. De streefwaarde ligt op 0,16 µg EC/m3. De wettelijke grenswaarde voor stikstofdioxide in Nederland bedraagt 0,96 mg/m3 tijdgewogen gemiddelde over acht uur en 1,91 mg/m3 tijdgewogen gemiddelde over 15 minuten.

Maatregelen voor iedere bouwfase

In het A-blad wordt voor iedere bouwfase aangegeven welke maatregelen kunnen bijdragen aan het verminderen van de blootstelling aan dieselmotoremissie. Door bij de inkoop of inhuur van machines al rekening te houden met de eventuele uitstoot kan de blootstelling worden gereduceerd. Er is veel winst te behalen op het gebied van DME door oud materieel te vervangen door nieuwe machines, die vele malen schoner zijn. Een roetfilter, al dan niet achteraf ingebouwd, draagt bij aan de vermindering van de roetuitstoot. Bij de planning van de werkzaamheden kan rekening worden gehouden met de uitstoot van het materieel door het nieuwste materieel op de meest kritische plekken in te zetten.

Minder stationair draaien

In de uitvoeringsfase zouden machines minder vaak stationair moeten draaien. Uit praktijktesten van TNO bleek al eerder dat bouwmachines bij stationair draaien grote vervuilers zijn. Het aanbrengen van een start-stopsysteem, een stoelschakelaar of een standverwarming zijn oplossingen die werknemers helpen of motiveren om een motor minder stationair te laten draaien. Ook de inzet van machinebesturingssystemen kan bijdragen aan minder uitstoot van DME doordat werkzaamheden sneller, constanter en met minder nabehandeling kunnen worden uitgevoerd. Een manier om de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen is het toepassen van het nieuwe draaien, zo wordt in het A-blad gememoreerd.

Ook door het werk anders te organiseren en te plannen kan de blootstelling van werknemers aan DME worden verminderd. Tips die hiervoor worden gegeven zijn onder andere: zorg voor zo weinig mogelijk dieselmotoren op de werkplek, plaats wachtende voertuigen op grote afstand van de werkplek en voer de werkzaamheden zoveel als mogelijk bovenwinds uit. Verder wordt gewezen op het belang van goed onderhouden van motoren en filters.

Het A-blad Dieselmotoremissie is hier te downloaden.


Bron artikel: BouwMachines

Overig nieuws